Bang zijn is niet erg, soms zelfs een beetje helpend. Maar wat als het je echt in de weg zit?

Sommige kinderen of jongeren zijn ergens bang voor, soms voor iets waar ze eerder nooit bang voor waren. Zoals Lola, Lola is 6 jaar oud en erg bang voor honden. Lola was nooit bang voor honden, maar sinds ze vorig jaar iets naars heeft meegemaakt met een hond, is ze bang geworden. Ze is bij het buiten spelen voortdurend op haar hoede, heeft moeite met in slaap komen en heeft nare dromen. Ook is ze sneller verdrietig of boos, soms zomaar zonder dat ze zelf begrijpt hoe het komt.

Het is naar om zoveel bang te zijn, zeker als je er ook slecht door slaapt, minder goed eet en het invloed heeft op hoe je je voelt en hoe je presteert op school.
Gelukkig kun je er vaak wel iets aan doen. Door beter te begrijpen waar je angst vandaan komt, maar ook door beter te begrijpen hoe het in je hoofd en lichaam werkt, kun je al eerste stappen zetten.

Lola kwam naar mijn praktijk. Samen hebben we gekeken wat Lola dacht en voelde en hoe haar angst is ontstaan. We hebben EMDR ingezet om de nare herinnering met de hond te verwerken. Dit hielp al een heel stuk. Waar Lola eerst in paniek was en eigenlijk niet aan de herinnering wilde denken, kon ze er nu rustig aan terug denken en voelde ze zich al minder bang. Ook kon ze thuis weer beter slapen en was ze minder snel boos. Vervolgens heeft Lola stap voor stap geoefend om in de buurt van honden te kunnen zijn.

Door veel oefenmomenten met hele kleine stapjes en met dappere gedachten heeft Lola geleerd niet meer bang te zijn voor honden. Ze durft nu zelfs weer honden te aaien. Lola voelt zich dapper en niet meer bang.

Tekening van Lola voor en na de EMDR: